Op 25 april viert Portugal Dia da Liberdade – de dag van de Anjerrevolutie.
Op veel plekken in de stad vertellen kleurrijke muurschilderingen en graffiti het verhaal van een volk dat zijn vrijheid bevocht én viert. Muren dragen leuzen, portretten van revolutionairen en anjers in vurige tinten rood en wit. Lissabon herinnert, altijd. Maar op 25 april leeft die herinnering sterker dan ooit: in bloemenzeeën, in muziek die de straten vult, in optochten die de stad laten ademen.
Maar wat gebeurde er eigenlijk op die historische dag in 1974? En waarom spelen bloemen, muziek en de stad zelf zo’n belangrijke rol in dit verhaal?
De nacht dat alles veranderde
In de nacht van 24 op 25 april 1974 klonk op de radio een ogenschijnlijk onschuldig liedje: “E Depois do Adeus“. Voor gewone luisteraars was het niet meer dan een populair nummer, maar voor een groep jonge legerofficieren was het het eerste geheime sein: de revolutie kon beginnen.
Even later klonk een nog krachtiger signaal: “Grândola, Vila Morena” van de zanger Zeca Afonso — een verboden lied onder de dictatuur, maar in deze nacht de onmiskenbare soundtrack van de vrijheid. Toen de eerste klanken over de radio galmden, wisten de jonge officieren: de revolutie was in beweging. Tanks rolden langzaam door de lege straten van Lissabon. Bewoners stroomden naar buiten, niet om te vechten, maar om bloemen uit te delen en soldaten te omhelzen. De omwenteling voltrok zich niet met kogels, maar met muziek, moed en anjers.
Anjers in de loop van geweren
De anjers kwamen van Celeste Caeiro, een serveerster die die dag bloemen zou uitdelen bij de opening van een restaurant. Omdat het restaurant gesloten bleef vanwege de chaos, gaf ze haar rode anjers maar aan de soldaten op straat. Die staken de bloemen in de loop van hun geweren: een vredesteken dat het gezicht van de revolutie voorgoed bepaalde. Binnen een paar uur veranderde Lissabon in een zee van anjers — op pleinen, in steegjes, en zelfs op de tanks die door de stad reden. De revolutie kreeg zijn naam: Revolução dos Cravos — Anjerrevolutie.



Bijna geen bloedvergieten
Wat deze revolutie zo bijzonder maakt, is hoe weinig bloed er vloeide. Waar elders in de wereld revoluties vaak gepaard gingen met geweld, bleef de Anjerrevolutie grotendeels vreedzaam. Slechts enkele doden vielen, vooral rond het beruchte hoofdkwartier van de geheime politie PIDE, maar verder was er ruimte voor bloemen, liederen en dans.
Binnen een dag viel de macht van de oude dictatuur als een kaartenhuis in elkaar.
Een nieuwe toekomst
25 april markeerde het einde van bijna vijftig jaar onderdrukking. Vrije verkiezingen volgden, koloniale oorlogen werden beëindigd, en Portugal begon aan zijn hobbelige maar hoopvolle pad naar democratie.
Sindsdien is 25 april een nationale feestdag. Op straat klinkt opnieuw Grândola, Vila Morena, kinderen dragen anjers, en overal heerst een sfeer van feest en herdenking. De vrijheid wordt elk jaar opnieuw gevierd én gekoesterd.
Vier de vrijheid in Lissabon
Ben je in Lissabon op 25 april? Dan zie je de stad op haar mooist.
Trek naar Praça do Comércio of wandel over de Avenida da Liberdade, waar optochten, concerten en vieringen plaatsvinden. Breng ook een bezoek aan het Museu do Aljube — een indrukwekkend museum over verzet en vrijheid, gevestigd in een voormalige politieke gevangenis.
Of sta even stil bij de immense Ponte 25 de Abril, die niet alleen de Taag overspant, maar ook de geest van een nieuw tijdperk symboliseert.
En vergeet niet: draag rood die dag. Misschien krijg je, net als toen, een anjer in je hand gedrukt — een klein, stil eerbetoon aan een grootse dag.